Zelfreflectie

Jonge kinderen hebben nog heel weinig zelfreflectie.
Dat iets fout gaat komt meestal door een ander (Zij doen stom tegen mij! En wat deed jij? Ik deed niks!) en ze kunnen nog niet vertellen waarom ze reageren zoals ze reageren. Het heeft dan ook als ouder weinig zin om aan een kind van onder de 5 of 6 al te moeilijke waarom-doe-je-dat-nou-vragen te stellen.

Zelfreflectie gaat pas groeien zo ongeveer vanaf je zevende jaar. Dan kun je schoorvoetend toegeven dat kinderen niet met je willen spelen omdat je zelf ook niet echt altijd zo aardig tegen hen bent, en dat je weleens expres doorzeurt omdat je weet dat je dan je zin wel krijgt.

Om die reden schrijf ik voor kinderen onder de 6 eigenlijk altijd een helend verhaal om hen te begeleiden bij uitdagingen. En doe ik alleen de basisdingen, zoals kijken of ze emoties kunnen herkennen. Voor de rest gaat het erom dat ouders bijvoorbeeld leren om anders te reageren of het kind in bepaalde situaties te ondersteunen.

Je kunt alleen het verhaal voorlezen, maar daarnaast kun je het verhaal meer laten leven door bv het verhaal na te laten spelen met poppetjes en speelgoeddieren, kleurplaten van het wensdier te kleuren, of het kind het verhaal aan jou te laten vertellen.

En hoe leuk is het om in het geval van een vlinder, bijvoorbeeld met je kind naar een vlindertuin te gaan en te kijken hoe dat nou precies werkt met zo n rups, cocon en wedergeboorte!